Geschiedenis
Geschiedenis
Kaan’s Kaashandel is al ruim 100 jaar een Familiebedrijf, een bedrijf waar we trots op zijn. Hier werkt nu al de vierde generatie van de familie Kaan.
Eerste generatie
In 1913, pas vijftien jaar oud, ging Klaas Kaan van start als zelfstandig groothandelaar in boter en kaas aan Nieuwland 16. Al snel verhuisde de zaak naar Gouw 22 waar de zaak nog steeds zit. Terwijl zijn vrouw in de winkel stond, deed Klaas de inkoop en de handel op de kaasmarkt in Hoorn. Zijn opslag had hij eerst in de Wisselstraat. Later had hij drie pakhuizen: Lindestraat 6 (pakhuis ‘De Pelgrim’), Koornmarkt 10 (pakhuis ‘De Hoop’) en Bierkade 13 (pakhuis ‘De Dageraad’) In 1930 nam klaas in Alkmaar een kaaswinkel op de Koorstraat 11 erbij, waar we nu ook nog steeds zitten.
Tweede generatie
Bob Kaan doorliep in Amsterdam de handels-HBS. Daarna werkte hij fulltime bij zijn vader in de zaak. Ook daarvoor al ging hij regelmatig met zijn vader met de handkar letterlijk de boer op. Dan moest hij in de touwen om de ‘boterwagen’ te trekken. Dat ging tot Hensbroek en Lutjewinkel toe en soms zelfs tot Durgerdam. In 1960 werd Bob Kaan eigenaar van de zaak. Met twee en drie pakhuizen was het hard werken. Hij voelde steeds meer dat de groothandel hem niet lag, vooral niet met alle zorgen die de kaasopslag met zich meebracht. Kaas die aan het rijpen is, is een proces dat maanden tot enkele jaren kan duren. Voor de kaas is een temperatuur rond de vijftien graden perfect om te rijpen. Ook de vochtigheidsgraad is van belang voor de rijping van de kaas. Afhankelijk van de wind en buitentemperatuur moesten de ramen in de pakhuizen open of dicht worden gezet, ook midden in de nacht moest Bob hiervoor weleens zijn bed uit. Maar de zorgen om de kazen bleven. Ze dienden niet alleen op de juiste temperatuur te worden gehouden, maar ook regelmatig gekeerd. Echtgenote Jopie werd daarbij ingeschakeld. Verder moest eventuele schimmels van de kaas worden geschraapt en moest de korst met minerale olie bestreken worden. Dat alles om uitdroging en barsten van de kaas te voorkomen. Tegenwoordig doen we een plastic coating laag op de kazen. Door onoplettendheid zou je in één nacht failliet kunnen gaan. In elk geval maakt hij extreem lange werkdagen, soms van vier uur ’s ochtend tot middernacht. Dat brak hem op den duur op. Hij stootte daarom de pakhuizen af, op een na, en beperkte zich tot het winkelbedrijf. Bob was overigens met hart en ziel ondernemer met het uitgangspunt: ‘Beter kleine baas dan grote knecht.’
Derde generatie
Jan kaan, geboren in 1959, kwam op zijn negentiende in de zaak en werd vennoot (mede-eigenaar). Hij is tot op heden de eigenaar van Kaan`s Kaashandel. Samen met zijn vrouw Ditta werken ze al jaren in de zaak. Het succes van de twee winkels schrijft hij mede toe aan de keuze om de inrichting en het assortiment zoveel mogelijk ongewijzigd te laten. Met het 100-jarig jubileum en de actie die we daaromheen deden merkten we eens te meer hoe goed de band met onze klanten is en wederzijdse waardering die er bestaat.
Vierde generatie
De tijd staat niet stil. De kinderen: Klaas (1989) Arie (1992) werken ook in de winkel en gaan de zaak overnemen. Ze hopen de kaaszaak nog jaren voort te kunnen zetten.